Het bouwblok loopt van het centraal gelegen hoger bouwdeel af naar de lager gelegen studentenhuisvesting aan oostzijde. Hierdoor ontstaat een krachtig bouwblok dat enerzijds een eenheid vormt, maar anderzijds ook verschillen binnen het geheel toelaat.
Studentenhuisvesting behelst een ander type programma dan het geestelijk gezondheidszorg programma in het naastgelegen zorggebouw. De studentenhuisvesting is dan ook als een onderscheidend en zelfstandig volume binnen de entiteit ontworpen.
Het roestkleurige metselwerk van de studentenhuisvesting werkt contrasterend met het grafietkleurig metselwerk van het zorggebouw. Met de antraciet kleurige sintel in het roestkleurige metselwerk zoekt het gebouw in nuance aansluiting bij het grafietkleurig metselwerk van het zorggebouw.
De gevelopeningen hebben allen dezelfde afmetingen voor een rustige basis. Variatie wordt gecreëerd door diepe en vlakke neggen en door verticale verspringingen van de gevelopeningen.
Ter plaatse van de buitenruimtes en galerijen is een robuuste metalen beplating toegepast. De liftkern, is onderdeel van het hoofdvolume en wordt in dezelfde robuuste metalen beplating uitgevoerd.
Als robuuste metalen beplating is, vanwege de doelgroep van hoofdzakelijk studenten, bewust voor een thermisch verzinkte tranenplaat met een fijne korrelstructuur gekozen. Deze is robuust en vergt weinig onderhoud. Bovendien is het een materiaal dat mooier wordt in de tijd.
De galerijen zijn prefab betonnen platen in een beton skelet voorzien van een eenvoudig strak uitgevoerd stripstalen hekwerk. Tussen de galerijen en de binnentuin van het zorggebouw zitten vides waardoorheen een dicht begroeid scherm als een verticale tuin groeit.
Er komt daglicht in de trappenhuizen d.m.v. glasopeningen op elke verdieping op de koppen van de gesloten trappenhuizen aan de zijde van de uitsnedes.