De nieuwbouw wordt gekoppeld aan het bestaande stookhuis en omvat drie lagen en een kabelkelder. Binnenkomst vindt plaats in een hoek onder het volume op een plaatselijk verlaagd maaiveld. Op dit niveau bevinden zich de hoogspanningscellen evenals de noodstroomaggregaten. De bovenste twee niveaus staan in dienst van het datacenter, met een technische laag voor koeling en installaties met daarboven het datacenter zelf.
Omdat het gebouw hoofdzakelijk technische installaties heeft als ‘gebruikers’ hebben we de architectuur van het gebouw daarbij aan laten sluiten met een industrieel uiterlijk. Om de schaal van het gebouw in overeenstemming te brengen met de omgeving heeft het ontwerp een verticale geleding met een plint en een zwevend volume daarboven. Op maaiveld-niveau leidt een donkere metselwerkplint het verkeer langs het gebouw; daarboven krijgt het volume met behulp van horizontale schuine lamellen een strakke uitstraling. Deze blanke lamellen maskeren diverse openingen en roosters in de achterliggende gevel.
Lamellengevel
De lamellengevel beschermt de achterliggende gevel eveneens tegen directe zoninstraling en regenwater. Op plaatsen waar daglicht wenselijk is, zoals in het trappenhuis, opent de gevel zich door de lamellen te draaien onder een hoek van 60° (in plaats van 30°). Ook ter plaatse van de installatieruimte waar het vaakst menselijke activiteit te verwachten valt is een strook daglicht voorzien in de gevel. De verdraaiing van de lamellen geeft zo een accent in het bouwvolume op de kop- en de langsgevel van het gebouw.