Welzijn van de patiënt en de werknemers
De therapieruimtes zijn los van elkaar gezet, zodat tussenin ruimte ontstond voor grote openingen in het gebouw. Hier zijn de wachtruimtes, pauzeruimtes en kantoren gelegen, zodat iedereen kan profiteren van het zicht op het omliggende groen. Het vele daglicht en het groen hebben een positief effect op de gemoedsrust van de patiënt. De hoofdtrappenhuizen zijn voorzien van daklichten zodat ze licht en uitnodigend zijn, opdat het gebruik van de trappen wordt bevorderd. Hiermee zorgt het gebouw voor een prettige werkomgeving voor de staf van HMC, die soms werkdagen waren gewend zonder benul van het weer of de tijd.
Flexibiliteit
De therapieruimtes hebben dikke betonnen wanden die tevens gebruikt zijn als constructief element. De vloeren van bovenliggende kantoren hangen aan deze wanden. Het golvende dak geeft het gebouw een gezicht, maar is tevens een manier geweest voor flexibiliteit tijdens het ontwerpproces. Door de amplitude van de golf te verplaatsen ontstond meer of minder ruimte voor het programma.
Duurzaamheid
Het dak is voorzien van een mos-sedum dak dat zorgt voor een waterbuffer, maar ook een prettig aangezicht is voor de naastgelegen verpleegtoren. Daarnaast zorgt het mos-sedum dak voor extra isolatie en voor verdampingskoeling op warme dagen. Er werden aanvullende maatregelen genomen om de energievraag te verminderen; driedubbele beglazing, hoge isolatiewaarden en het gebruik van de buffercapaciteit van de betonnen therapieruimtes. Omdat de ligging van het gebouw voor het gebruik van pv-panelen niet optimaal is, werden deze extern geplaatst.
Design and Health award
Aan het ontwerp voor het radiotherapiecentrum is de Design and Health International Academy Award 2017 toegekend. Voor programmamanager Oncologie Naomi Nathan was de prijs een bevestiging van wat zij dagelijks ervaart in het Radiotherapiecentrum. “Het is een heel prettig, vriendelijk gebouw. Dat horen wij regelmatig van onze patiënten en we ervaren het als medewerkers ook zo. We zijn dan ook heel direct betrokken geweest bij de inrichting, dat was echt een gezamenlijke inspanning.”